Op 11 februari 1477 kwam het Groot Privilege tot stand. Die dag verleende Maria van Bourgondië (de oma van Karel V) aan de Staten-Generaal der Nederlanden meerdere rechten. Een fragment uit het Groot Privilege:
1. De Staten-Generaal behouden het recht om vrij te vergaderen.
2. Zonder akkoord van de Staten-Generaal worden er geen oorlogen meer verklaard.
3. De privileges en gewoonten van de gewesten worden gerespecteerd.
4. Er komt meer vrijhandel.
- advertentie - 5. Als de hertog of zijn ambtenaren iets ondernemen dat in strijd is met dit Groot Privilege, zijn zijn onderdanen hem geen enkele dienst meer verschuldigd.
Bronnen:
Tom van der Geugten (red.), Geschiedeniswerkplaats. Historische Contexten tweede fase havo (Groningen: Noordhoff, 2014) p.21